headerlogo
Nl Fr

Opdrachten en uitdagingen

Het militair hospitaal Koningin Astrid heeft een drievoudige opdracht.
Geneesheer Kolonel Guy Borgers

In de eerste plaats ondersteunt het de militaire operaties op het terrein door gespecialiseerd personeel en medisch materiaal ter beschikking te stellen van de Belgische troepen en dat overal ter wereld. Dit kan gaan van de inzet van kleine gespecialiseerde ploegen tot het ontplooien van een volledig veldhospitaal zoals in Libanon in samenwerking met de andere eenheden van de Medische Component.

Een tweede opdracht situeert zich in de paraatstelling van het personeel van Defensie. Enerzijds worden in het militair hospitaal in een aantal gespecialiseerde medische domeinen zorgen aangeboden aan het personeel en anderzijds beschikt het hospitaal ook over een expertisecentrum waar zowel nieuwe rekruten alsook specifieke personeels-groepen zoals piloten, duikers, paracommando’s onderzocht worden om hun medische geschiktheid te beoordelen.

Ten derde levert het militair hospitaal met al het personeel en materiaal dat niet ingezet is voor de eerste twee opdrachten hulp aan de Natie. Dit gebeurt op permanente wijze ondermeer door de verzorging van burgers in het brandwondencentrum, in het centrum voor hyperbare zuurstoftherapie of door de deelname van onze urgentieteams aan de regionale dringende geneeskundige hulpverlening. Maar ook in rampen- en crisisomstandigheden kan het land beroep doen op het militair hospitaal.

Het militair hospitaal opende haar deuren in het begin van de jaren tachtig als een groot algemeen ziekenhuis dat voornamelijk zorgen verstrekte aan de beroepsmilitairen en de dienstplichtigen.
Zowel door de afschaffing van de legerdienst en de later volgende afslanking van Defensie waardoor de doelgroep van het hospitaal kleiner werd alsook door de toenemende specialisatie in de medische sector was het noodzakelijk geworden de plaats van het militair hospitaal in het Belgische ziekenhuislandschap te herzien.
De civiele hospitaalgeneeskunde evolueert steeds verder in de richting van hyperspecialisatie. De militaire artsen die in een veldhospitaal ingezet worden, moeten echter een breed activiteitenprofiel kunnen behouden om zodoende op het terrein met een beperkte ploeg toch een zo breed mogelijk aanbod van pathologie te kunnen behandelen. Dit spanningsveld tussen civiele en militaire geneeskunde behoort ongetwijfeld tot de uitdagingen voor de toekomst.

De voorbije jaren heeft het militair ziekenhuis belangrijke herstructureringen ondergaan en is geëvolueerd van een algemeen ziekenhuis naar een gespecialiseerd ziekenhuis met activiteiten die zich voornamelijk in volgende expertisedomeinen situeren:

  • prehospitaal urgentiegeneeskunde en rampengeneeskunde.
  • acute en chronische behandeling en revalidatie van zware brandwonden.
  • heelkundige behandeling en revalidatie van locomotorische aandoeningen.
  • geestelijke gezondheidszorg met specifieke aandacht voor crisispsychologie.
  • infectieziekten en Travel medicine.
  • hyperbare geneeskunde.
  • expertisegeneeskunde, luchtvaartgeneeskunde en hypobare geneeskunde.

Het is de bedoeling om de expertise in deze domeinen te behouden en deels verder uit te bouwen. Om enerzijds in gespecialiseerde domeinen een voldoende groot activiteitenprofiel te kunnen ontwikkelen en om anderzijds de patiënten in alle vakgebieden kwaliteitsvolle zorgen op maat te kunnen bieden is het noodzakelijk geworden om samenwerkingsverbanden uit te bouwen met partners. De sinds 2006 bestaande samenwerking met het UVC Brugmann is daar een voorbeeld van.

De recente investeringen van Defensie in de bouw van een nieuw brandwondencentrum en de bouw van de enige hypobare kamer in België onderstrepen het belang van die gespecialiseerde domeinen voor Defensie, maar illustreren ook dat de militaire geneeskundige activiteiten ook niet militairen ten goede komen, in het kader van hulp aan de Natie.

Er wordt gestreefd naar een verdere integratie van de militaire geneeskunde in de bestaande civiele gezondheidsstructuren en het progressief ter beschikking stellen van de interne expertise voor de civiele medische wereld en de algemene bevolking.

Om in de toekomst zijn opdrachten naar best vermogen te kunnen blijven vervullen, zullen vernieuwingen en aanpassingen ook de komende jaren ongetwijfeld noodzakelijk zijn, maar dit zal niemand verwonderen als men weet dat de principes van integrale kwaliteitszorg werden ingevoerd in de diverse disciplines van de militaire geneeskunde. Het respecteren van de patiëntenrechten alsook het naleven van deontologische en ethische richtlijnen maken daar integraal deel van uit.
De militaire geneeskunde moet en mag verschillen van de civiele geneeskunde door de specificiteit van haar opdrachten en door de soms speciale werkomgeving, maar niet door de kwaliteit van de verstrekte zorgen.

Geneesheer Kolonel Guy Borgers
April 2015